George Hendrik Breitner
George Hendrik Breitner (Rotterdam, 12 september 1857 – Amsterdam, 5 juni 1923) was een Nederlands kunstschilder, vooral bekend geworden om zijn schilderijen van het stadsleven in Amsterdam. Zijn werk lijkt op dat van de 'Tachtigers'. Deze groep waren kunstenaars die een grote invloed hadden op de Nederlandse kunstwereld in de jaren tachtig van de negentiende eeuw.
Breitner werd geboren in het jaar, 1857 in Rotterdam; hij tekende in zijn jeugd vooral veel oorlogstaferelen en paarden. Op zijn veertiende ging hij van school af en ging werken op zijn vaders kantoor voor graanhandel. In zijn vrije tijd volgde hij tekenlessen bij de Rotterdamse tekenleraar Neurdenberg. Op zijn 24e ging hij naar de Tekenacademie in Den Haag en een jaar later naar de Academie van Beeldende Kunsten ook in Den Haag. In 1880 werd hij van de academie weggestuurd vanwege zijn opstandige gedrag. Hij volgde tussendoor nog een jaar de Polytechnische School te Delft en in 1882 een jaar de Academie voor Beeldende Kunsten (Rotterdam). Daarna verhuisde hij van Den Haag naar Amsterdam. Daar volgde hij van 1886 tot 1887 een jaar de Rijksakademie van Beeldende Kunsten. Ook studeerde hij nog korte tijd bij de Parijse schilder Fernand Cormon ca. 1884.
Bewoners maakte veel schetsen van paarden in de Stadsrijschool. Daar ontmoette hij ook Willem Mesdag (van het latere Panorama Mesdag), die hem vroeg om te willen helpen met het schilderen van paarden en artillerie op dat grote doek, dat werd voltooid in 1881. Ook ontmoette hij Vincent van Gogh en ging veel met hem op pad.
Breitner werd lid van de Haagse 'Pulchri Studio' en nam daar vaak deel aan de modeltekenlessen. Na in Parijs te zijn geweest verhuisde hij eind 1886 naar Amsterdam. Hij werd daar lid van de kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae. De fotografie bestond nog net en hij maakte daar gebruik van als een soort van schets van de stadsgezichten, zowel bij dag als bij nacht. Hij gebruikte de foto's vooral als een soort geheugensteunt. Ook maakte hij enkele schilderijen van naakte vrouwen. Zijn werk werd beschreven in de nieuwe gids en men noemde zijn groep de Amsterdamse impressionisten. Breitner probeerde een pure, kale werkelijkheid te tonen. Vaak met grijzige en donkere tinten. Hij werkte met snelle penseelstreken (een vlotte toets wordt dat genoemd). Hij gaf een beeld van gaf Breitner een beeld van het leven op straat met werklui, huisvrouwen, dokwerkers en straathonden. De Amsterdammers zeggen eel eens spotrend bij regenachtig weer: "Het is echt Breitnerweer". Het is bij zijn schilderijen alsof je door een natte beslagen ruit de stad in kijkt.