Deze van oorsprong Molukse kunstenaar Ruloff Manuputty  (Tual- Molukken, 1926 – Groningen, 2002) ontwikkelde na zijn schilder en tekenopleiding in Amsterdam en Bazel een zeer persoonlijke en ongekunstelde beeldtaal.

Hij gold als relatieve buitenstaander in de Groninger kunstenaarsscene en was nooit lid van een kunstkring of genootschap. Veelal wordt hij samen met Henri de Wolf genoemd die hem zijn meester noemde en vanwege het feit dat zij veel met elkaar samenwerkten.
Manuputty kwam naar Nederland om de Westerse manier van schilderen te leren, maar heeft deze in zijn eigen werk altijd met de Oosterse, meer intuïtieve en openbarende werkwijze vermengd.
Dit resulteerde in een specifieke symbolische beeldtaal, die als een vormgeving van zijn ervaring gezien kan worden.
Het ongekunstelde, het eenvoudigweg doen, staat centraal in zijn werk. 
Invloeden van kunstenaars als Joan Miró en Paul Klee, de Cobrakunst en traditionele batik- en decoratieve kunst uit zijn vaderland verweefde Manuputty tot een eigen beeldtaal, die regelmatig balanceert op de grens tussen figuratie en abstractie.

Midden jaren vijftig' kreeg Manuputty een baan als tekenaar-ontwerper bij de Noord-Nederlandse Cliche-fabriek, om vervolgens te gaan werken bij Drukkerij Havé (1959-1967).