Joan Miró
Joan Miró was een baanbrekende figuur in de avant-gardeschilderkunst van de 20e eeuw.
Het innovatieve gebruik van lijn, organische vormen en kleur door de Spaanse kunstenaar vertegenwoordigt een belangrijke bijdrage aan het surrealisme.
Vertegenwoordiger van zijn vermogen om suggestieve ruimte op te roepen: Miró's beroemde drieluik Blue I,II,II (1961), portretteert een zwevende wereld met alleen blauw, oranje en zwart.
“Beetje bij beetje heb ik het stadium bereikt waarin ik slechts een klein aantal vormen en kleuren gebruik”, reflecteerde de kunstenaar. “Het is niet de eerste keer dat er met een heel beperkt kleurengamma wordt geschilderd.
De fresco’s uit de tiende eeuw zijn zo geschilderd.” De kunstenaar, geboren op 20 april 1893 in Barcelona, Spanje, studeerde eerst handel voordat hij zijn ouders trotseerde en zich inschreef aan de kunstacademie in zijn geboortestad.
In 1919 verhuisde Miró naar Parijs, waar hij in het surrealistische milieu terechtkwam en vriendschap sloot met André Breton, Max Ernst, Jean Arp en André Masson. Miró's werk had een diepgaande invloed op verschillende Amerikaanse schilders, waaronder Arshile Gorky en Mark Rothko.
De kunstenaar stierf op 25 december 1983 op 90-jarige leeftijd in Palma de Mallorca, Spanje. Tegenwoordig worden zijn werken bewaard in de collecties van het Art Institute of Chicago, het Museum of Modern Art in New York, de Tate Gallery in Londen en de Fundació Joan Miró in Barcelona, een museum gewijd aan de kunstenaar en zijn nalatenschap.